Personeelsbeleid vaak niet op vizier directies

Bij maar liefst een kwart van alle Nederlandse organisaties bepaalt de directie niet het HR-beleid. Dit blijkt uit onderzoek van De Staffing Groep. Ondanks de steeds krappere arbeidsmarkt en de ‘war for talent’ stelt één derde van de ondervraagden dat HR minder aandacht vanuit het management krijgt dan sales en marketing.

Vooral HR-professionals jonger dan dertig jaar zijn kritisch op het personeelsbeleid van hun werkgever. “Mensen zijn een cruciale succesfactor voor organisaties en juist daar liggen tegenwoordig de uitdagingen”, stelt Wouter Waaijenberg, Directeur MSP van De Staffing Groep. “Hoewel organisaties zonder het juiste talent op de juiste plek hun commerciële doelstellingen minder gemakkelijk behalen, merken wij dat veel Nederlandse bedrijven hun personeelsbeleid vaak ad-hoc oppakken. Jonge professionals weten als geen ander hoe de war for talent in elkaar steekt, dus ik kan begrijpen waar hun kritische houding vandaan komt.”

Onvoldoende betrokken

Uit het onderzoek blijkt dat het ad-hoc aanvliegen van het personeelsbeleid verstrekkende gevolgen heeft voor Nederlandse organisaties. Een kwart van de ondervraagde HR professionals zegt in de afgelopen drie jaar niet te hebben bijgedragen aan de strategische doelstellingen van hun organisatie. Dit komt mogelijk doordat de bestuurlijke top onvoldoende betrokken is bij de ontwikkeling van dat beleid.

War for (flex)talent

Verder wijst het onderzoek uit dat zeven op de tien HR-professionals voor de komende vijf jaar het werven van het juiste talent als de grootste uitdaging voor hun organisatie zien. Mogelijk dat meer focus op flexkrachten uitkomst kan bieden, want volgens slechts een helft van de respondenten nemen flexibele arbeidskrachten een even belangrijke plek in als vaste medewerkers. Waaijenberg licht toe: “Behalve vinden van het juiste talent, merken wij dat ook het binnenhouden van medewerkers met de juiste competenties voor veel organisaties uitdagend is. Hier biedt werken met flexkrachten uitkomst.”

Bron: De Staffing Groep, persbericht, 24 maart 2022